Campers en veiligheid.
Een camper is hét helemaal, voor de kampeerder die zijn eigen plan wil trekken. Maar ook hier is veiligheid van groot belang. Alles over het vervoeren van passagiers en veiligheid onderweg enz.
Passagiers en autogordels in de camper.
In een rijdende camper hebben de veiligste zitplaatsen altijd veiligheidsgordels. Zit je in op een plek die niet bedoeld is als zitplaats, dan loop je bij een ongeval een veel grotere kans op letsel. Of op dat soort zitplaatsen ook daadwerkelijk gordels moeten zitten, hangt af van wanneer de wagen voor het eerst in het verkeer is gebracht. Is dat na 31 december 1989, dan moeten in een personenauto, en dus ook in een camper, gordels aanwezig zijn op alle naar voren gerichte zitplaatsen. Die ‘datum eerste toelating’ staat op kentekenbewijs deel I of op de kentekencard.
Personenauto’s die in het verkeer zijn gebracht na 30 september 2000, moeten ook gordels hebben op alle naar achteren gerichte zitplaatsen. Bij zitbanken en zetels dwars op de rijrichting, doen gordels bij een aanrijding meer kwaad dan goed. Daar zijn dan ook nooit gordels aangebracht. Om die reden worden dergelijke zitplaatsen tegenwoordig niet meer aangewezen als ‘zitplaats bestemd om tijdens het rijden te gebruiken’. De ANWB adviseert in verband met de veiligheid van alle passagiers om uitsluitend passagiers te vervoeren op zitplaatsen die zijn voorzien van autogordels. Ook camperfabrikanten stellen voorwaarden aan de zitplaats van passagiers en het aantal te vervoeren passagiers.
In een bedrijfsauto, dus ook in een van een bedrijfsauto afgeleide camper, moeten alle naar voren gerichte zitplaatsen een gordel hebben als de auto na 31 december 1997 in het verkeer is gebracht. Dat hoeft echter niet als zich op maximaal 1,30 meter voor de rugleuning van de desbetreffende zitplaats een veiligheidsscherm of de rugleuning van een ervoor gelegen zitplaats bevindt. Zie voor meer details de artikelen 5.2.47 en 5.3.47 van het Voertuigreglement,
We adviseren om campers met een bedrijfskenteken of zogenoemd ‘grijs’ kenteken niet aan te schaffen. Vooral in grote, oudere campers zijn dan vaak te weinig autogordels aanwezig voor de hele familie. Technisch is het aanbrengen van extra autogordels vaak onmogelijk, extreem duur of de auto niet meer waard. De veiligheidseisen zijn echter door de jaren heen niet voor niets steeds strenger geworden. Autogordels redden jaarlijks talloze levens. Gebruik daarom tijdens het rijden altijd veiligheidsgordels.
Veiligheid onderweg.
Eindelijk vakantie! Zo snel mogelijk inpakken en wegwezen. Dat klinkt heel verleidelijk, maar soms is het slimmer even te wachten. Bijvoorbeeld om het drukke verkeer te vermijden of om niet op het heetst van de dag achter het stuur te kruipen. Zorg ervoor dat je uitgerust op reis gaat en stop geregeld onderweg.
Tips voor onderweg.
- Verkijk je niet op het aantal kilometers dat je op een dag kunt afleggen. In de bergen kan 250 km soms een hele dag kosten.
- Als je van camperplaats naar camperplaats of van camping naar camping trekt, rijd dan in het hoogseizoen niet te lang door. Je maakt meer kans op een staanplaats als je vroeg in de middag aankomt.
- In het buitenland gelden vaak afwijkende verkeersregels.
- Krijg je pech, zet de camper dan zo veel mogelijk aan de uiterste rechterzijde van de vluchtstrook. Is die te smal, rijd dan liever langzaam door naar een veiliger plaats. Zorg dat je opvalt. Dat kan met de alarmlichten en de gevarendriehoek. Laat alle inzittenden in geval van pech achter de vangrail wachten. Draag veiligheidsvestjes, dit is overigens verplicht.
- Laat geen reispapieren en kostbaarheden in de auto achter. Laat ook geen kostbare spullen liggen. Gebruik een lastig te bereiken verborgen ruimte in de camper of nog liever een speciale camperkluis.
- Laat losse spullen niet rondslingeren, maar berg alles op. Dit in verband met een eventuele noodstop !!
- Laat heel kleine kinderen niet bovenin slapen. Er zijn diverse fatale ongevallen bekend, waarbij kinderen uit zulke hoge bedden zijn gevallen. Bovendien stijgen kookgassen eerst naar het plafond voor ze geventileerd worden. Zijn kinderen wat ouder dan is boven slapen geen bezwaar, mits het bed een rek of een net heeft dat aan alle kanten goed afsluit.
Gasinstallatie in de camper.
De gasinstallatie aan boord van je camper voldoet aan een heleboel eisen. Met onderstaande maatregelen houd je de installatie veilig:
- Hou de gasflessen uit de zon.
- Vervoer de flessen rechtop en zet ze goed vast.
- Gasflessen staan in een speciale gas kast. Hierin zitten onderin ventilatieroosters die eventuele lekgassen moeten afvoeren.
De roosters mogen nooit afgedekt worden. - Gebruik de juiste drukregelaar tussen gasfles en gasapparaat. 30 of 50 bar.
- Sluit bij het verwisselen van de gasfles voor alle zekerheid de toestelkranen en blijf uit de buurt van open vuur. Rook niet. Controleer de gasflesaansluiting na het verwisselen op lekkage.
- Gebruik zeepsop of lekkage spray om eventuele lekkages op te sporen.
- Open en sluit de gasfleskraan alleen met de hand, dicht is dicht. Controleer of de rubberen ring tussen gaskraan en drukregelaar onbeschadigd en schoon is, anders gaat dat ten koste van de afdichting.
- Vul een lege gasfles nooit zelf. Laat hem alleen vullen bij een erkend vulstation of ruil hem in voor een volle. Een vulstation houdt rekening met de vullingsgraad (maximaal 80%).
- Ventileer binnen goed, want een kooktoestel verbruikt zuurstof en veroorzaakt rookgassen. Zet minimaal een raam op een kier. Zo heb je ook minder last van condens.
- Wil je de gasinstallatie voor de kachel of koelkast tijdens de rit gebruiken, monteer dan een speciale aanrijdingbestendige gastoevoer met automatische afsluiter op de plaats van de drukregelaar. Vraag hiernaar bij de dealer. Deze voorziening is in het buitenland verplicht. Schakel de kachel voor het oprijden van een tankstation uit.
Test het thermokoppel.
Tegenwoordig zijn veel gastoestellen uitgerust met een thermokoppel dat de gastoevoer afsluit als de vlam ongemerkt uitwaait. Of het thermokoppel goed werkt, kun je als volgt controleren: steek het gas aan en laat het apparaat enige tijd branden, draai het gas uit en wacht enkele tellen. Bij een goede werking hoor je binnen circa 30 seconden een zachte tik ten teken dat de gastoevoer weer wordt afgesloten.
Bron ANWB
Weergaven: 50