Camper uit de stalling: de gasslang controleren

De start van het kampeerseizoen is een goed moment om je camper, caravan of vouwwagen eens grondig te inspecteren. De oranje gasslang zien veel mensen daarbij over het hoofd. Zonde, want voor je eigen veiligheid moet je deze toch echt met enige regelmaat controleren en vervangen.

De kachel, de koelkast, het gasfornuis; allemaal hebben ze baat bij een goedwerkende gasinstallatie. Maar hoe oud mag een gasslang zijn? En waaraan kun je de leeftijd van gasslang zien? Hoe lang een gasslang houdbaar en dus veilig is, bepaalt de fabrikant. Er zijn geen wettelijke eisen of voorschriften op dit gebied.

Veel fabrikanten geven aan dat de oranje gasslang eens in de vijf tot tien jaar moet worden vervangen, maar de BOVAG adviseert dit na vier jaar te doen. Of jouw slang nog houdbaar is, kun je zien aan de datum die erop staat. Dit zijn er meestal twee: een productiedatum en een houdbaarheidsdatum. Is die laatste datum overschreden, dan dien je de gasslang zo snel mogelijk te vervangen.

Toch is de houdbaarheidsdatum geen garantie dat de gasslang ook zo lang meegaat. Een te vast aangedraaide slangkoppeling kan bijvoorbeeld een scheur veroorzaken. Slangen die met een slangklem vastzitten, zijn daarom ook kwetsbaarder dan slangen met een vaste eindverbinding. En een slang die in een knik ligt, kan beschadigd zijn. Controleer de gasslang regelmatig op lekkage. Dit kun je – net als bij een fietsband – doen met zeepsop of een gaslekzoeker in een spuitbus.

Vergeet de gasdrukregelaar niet

Onderweg naar je kooktoestel, kachel of koelkast passeert het gas eerst de drukregelaar op de gasfles. Die reduceert de (hoge) druk in de gasfles naar een werkdruk van 30 of 50 millibar, afhankelijk van het soort apparatuur in je camper of caravan. In de drukregelaar zit een membraam dat kan verdrogen. Daarom is het zaak ook deze tijdig te vervangen, in ieder geval binnen tien jaar.

Voor gebruik binnen – bijvoorbeeld in de camper of caravan – is het aan te raden een gasdrukregelaar met afblaasventiel te gebruiken. Dit is een beveiliging voor het geval er iets misgaat in de gasdrukregelaar. Het membraan kan bijvoorbeeld scheuren of het regelsysteem kan blijven hangen. Bij een gasdrukregelaar zonder afblaasbeveiliging of afblaasventiel komt de te hoge gasdruk van de gasfles dan vol op de leidingen en aangesloten apparaten te staan. Die zijn daar niet op berekend. Een afblaasbeveiliging zorgt voor een begrenzing tot maximaal drie keer de gebruikelijke werkdruk door via het ventiel gas te laten ontsnappen. Gasdrukregelaars met een afblaasbeveiliging zijn te herkennen aan een plastic dopje aan de bovenkant.