Mooie routes

Romantischer Strasse Duitsland deel 4.

Deel 4.

Röttingen.

Röttingen is een kleine gemeente gelegen aan de Romantische Strasse in Duitsland. Het stadje van slechts ruim 1500 inwoners ligt in het bondsland Beieren direct aan de grens met het bondsland Baden-Württemberg. Het behoort tot de grensoverschrijdende Zuid-Duitse regio Franken. De gemeente Röttingen bestaat uit vier kernen die tot het eind van de jaren zeventig van de vorige eeuw zelfstandig waren: Aufstetten, Gossenmühle, Strüth en Röttingen zelf. Röttingen ligt aan de rivier de Tauber.

Het is onduidelijk wanneer het stadje Röttingen gesticht is. Het zou kunnen dat al aan het eind van de vijfde eeuw de Germaanse stam van de Alemannen zich op de plek van de huidige stad gevestigd hadden. De eerste zekere vermelding in een oorkonde stamt uit 1103. Sinds 1275 heeft Röttingen stadsrechten. In 1298 had Röttingen de twijfelachtige eer het beginpunt van de zogenoemde “Rundvleespogrom” te zijn. Deze slachting onder Joodse burgers zou zijn begonnen na de beschuldiging van een hostieschending. Een groep “Jodenslagers” onder aanvoering van koning Rundvlees trok moordend door het Frankenland. Een kleine veertig jaar later gebeurde in 1336 nog eens iets dergelijks.

Röttingen was oorspronkelijk bezit van de heren van Hohenlohe, maar kwam aan het begin in de veertiende eeuw onder bestuur van de prinsbisschop van Würzburg. Ook de Boerenoorlog van 1524-1525 ging niet onopgemerkt aan Röttingen voorbij en deze bracht het economische leven van de stad volledig tot stilstand. Pas bijna driekwart eeuw later kwam de economie die voornamelijk van de wijnbouw afhankelijk was, weer op gang. Vervolgens kreeg Röttingen het ook tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) zwaar te verduren met plunderingen en roof. En ook de daarop volgende oorlogen in de zeventiende en achttiende eeuw brachten Röttingen aan de rand van de afgrond. Er was een Napoleon voor nodig om tussen 1803 en 1814 een einde te maken aan de desastreuze politiek van de zelfstandige staatjes in het Frankenland. Pas met de opname van Röttingen in het koninkrijk Beieren keerde de welvaart langzaam terug. Röttingen had vanaf 1907 een station langs de lijn Ochsenfurt-Weikersheim, maar het personenvervoer op de lijn werd in 1974 opgeheven. Sinds ook het goederenverkeer in de jaren negentig tot een eind kwam, is het voormalige tracé omgebouwd tot een langeafstandsfietspad, de Taubertalradweg en de Gaubahnradweg.

De economie van Röttingen drijft ook nu nog op de wijnbouw. In het Taberdal worden vele soorten druiven verbouwd. Een heel bijzondere is de zogenoemde Tauberschwarz, een eeuwenoud regionaal druivenras dat alleen hier verbouwd wordt. Tot de musea van Röttingen behoort – hoe kan het ook anders – een knus museum in de “Bacchuskelder” over de wijnbouw in Röttingen. Verder is er nog de museumswijngaard “Feuerstein” waar de wijnbouw zoals die tot de jaren vijftig van de twintigste eeuw werd uitgeoefend, wordt getoond. In het stadhuis is een erfgoedmuseum gevestigd, waar allerlei zaken met betekking tot de volkskunde en stadsgeschiedenis wordt tentoongesteld.

Röttingen is goed geconserveerd en daardoor zijn er in de kleine stad nog vele monumenten te bewonderen. Hier volgt een greep daaruit:

  • Door de gehele stad, maar zeker rond de markt staan vele vakwerkhuizen.
  • Het stadhuis is opgetrokken in barokstijl en stamt uit 1750.
  • De burcht Brattenstein die in 1230 voor het eerst vermeld wordt, werd waarschijnlijk in de twaalfde en dertiende eeuw gebouwd. Maar hij werd in de zeventiende eeuw en later ook nog in de negentiende eeuw ingrijpend verbouwd.
  • In de Paracelsustuin van de burcht bevinden zich ongeveer 70 geneeskrachtige en keukenkruiden.
  • De Sint Kiliankerk uit de dertiende eeuw heeft een laat-Romaanse basis die in latere eeuwen in andere stijlen is uitgebouwd.
  • De toren die heeft toebehoord aan de Duitse orde met een vakwerkopbouw stamt uit de vijftiende eeuw.
  • Ook de Sint Joriskapel bij het katholieke kerkhof stamt uit de vijftiende eeuw.
  • Het Julius-Echterstift is een Renaissancegebouw uit 1614.

  • Langs de zonnewijzersrondweg van twee km lengte staan sinds 1984 33 zonnewijzers tentoongesteld.

  • Ten slotte is de stadsmuur die vrijwel volledig bewaard is gebleven, een bezienswaardigheid. Van de oorspronkelijk zestien wachttorens zijn er nog zeven over.

Creglingen.

De geschiedenis van de stad Creglingen zelf gaat tot voor de Romeinse tijd terug. Bij Finsterlohr is een zogenoemd Keltisch oppidum gevonden, een stadachtige vesting uit de ijzertijd. Toch is Creglingen pas voor het eerst vermeld in een oorkonde uit het jaar 1045. In 1088 kwam Creglingen onder het bestuur van het klooster Comburg en in de dertiende eeuw onder de graven van Hohenlohe. In 1349 werden aan Creglingen stadsrechten verleend. Volgens een sage vond een boer bij het ploegen een ongerepte hostie op een helling van de Herrgottstalbach. Op die plek werd een kerk gesticht waarin de hostie werd vereerd. In dee kerk staat het beroemde Mariaaltaar van Tilman Riemenschneider uit 1505. Na het uitsterven van de familietak Hohenlohe-Brauneck in 1390, kreeg Creglingen een wisselvallige geschiedenis met steeds wisselende heren. In 1791 kwam Creglingen onder Pruisisch bestuur, vervolgens in 1806 onder Beiers bestuur en ten slotte in 1810 onder Württemberg.

De huidige gemeente Creglingen bestaat uit twaalf voormalige gemeenten die ieder weer uit verschillende dorpen bestonden. De belangrijkste zijn: Archshofen dat al in 807 vermeld wordt. De bewoners van het gehucht Blumweiler met de burcht Seldeneck die al 1265 wordt genoemd, waren vroeger verplicht de wolven in de nabijheid van Rothenburg te vangen. Finsterlohr met de gelijknamige burcht wordt al in 1224 vermeld. Het klooster Frauental is in 1232 gebouwd en tijdens de boerenoorlog van 1524 werd het verwoest. Vervolgens ontwikkelde het zich tot een dorp. Freudenbach is ook al bekend sinds 807. Hier wordt een speciale zandsteen gewonnen en het dorp was vroeger bovendien een belangrijke leverancier van slijpstenen. Reinsbronn dat al 1267 wordt genoemd herbergt de ruïne van het prachtige voormalige gelijknamige slot. Verder de voormalige gemeenten Münster, Niederrimbach, Oberrimbach, Schmerbach en Waldmannshofen. De economie van Creglingen drijft voornamelijk op de wijnbouw die in verschillende van de tot de gemeente behorende dorpen wordt beoefend.

Tot de bijzondere gebouwen en bezienswaardigheden van Creglingen behoren:

  • Het Mariaaltaar van Tilman Riemenschneider  in de Herrgottskirche. Dit altaar is een van de belangrijkste middeleeuwse houtbeeldhouwkunstwerken.
  • De protestante kerk van Creglingen die oorspronkelijk een laar-Romaanse basiliek is. De kerk is later steeds uitgebreid en verbouwd in andere stijlen. De toren beheerst nu het stadsbeeld.
  • De oudste boerderij uit 1352.
  • De oude apotheek op de markt.
  • Het voormalige klooster Frauental.
  • De toren bij het gehucht Lichtel.
  • De Sint Janskerk uit de twaalfde eeuw in Niederrimbach.
  • De Ulrichskapel in Niederrimbach-Standorf.
  • Het Keltische oppidum Finsterlohr.

Weergaven: 126

U kunt de inhoud van deze pagina niet kopiëren