Zo voorkom je brand in je camper.

9 oktober 20219 oktober 2021 Wim Heistek

Denk eerst aan je eigen veiligheid.

Gebeurt er toch iets, zorg dan altijd eerst voor je eigen veiligheid. Hoe gehecht je ook bent aan je camper en je spullen: je leven kan op het spel staan. Ga daarom altijd naar buiten, waarschuw de buren, zodat zij op tijd weg kunnen komen en bel de brandweer. In Europa kom je met 112 bellen een heel eind. Als het nog mogelijk is: verwijder de gasflessen. Want als die in brand vliegen en door oververhitting ontploffen, ontstaat er een flinke vuurbal. Kun je ze niet meer verwijderen, houd dan zeker vijftig meter afstand van de camper, of beter: zoek dekking.

Zelf heb ik een sproeischuimblusser van twee liter aan boord, vorstbestendig tot 20 graden onder nul en uiteraard voorzien van een keurmerk. Een poederblusser heeft ook een uitstekende werking, maar het nadeel is dat het poeder dermate agressief is, dat het met name elektronische delen onherstelbaar beschadigt. Bovendien werkt een poederblusser van één kilogram maar zes seconden. Dat is heel kort, zeker als je nog nooit met zo’n blusser hebt gewerkt. Een sproeischuimblusser lijkt meer op de tuinsproeier en is daardoor voor de leek beter te hanteren. We hebben de blusser bevestigd achter de stoel van de bijrijder. Als er brand is, ontstaat deze niet zelden onder de motorkap. Met de blusser op deze plek, kan ik deze snel pakken als er buiten brand is, maar ook als ik hem binnen nodig mocht hebben.

Wie het eens heeft gezien, weet dat een camper kan fikken als een fakkel en dat er dan weinig overblijft dan zwartgeblakerd as en schroot. Brandweerman en Henk vertelt hoe je dit kunt voorkomen. Want hoewel je er niet aan wil denken, moet je er eigenlijk soms wél aan denken hoe vervelend het ook is.

In het dagelijks leven ben ik veel bezig met brand en het voorkomen daarvan. Als ik met mijn camper wegga, en dat gebeurt nog wel eens, dan let ik ook goed op de brandveiligheid. Maar hoe heeft een brandweerman de brandpreventie in zijn eigen camper geregeld ? en zijn er zo min mogelijk risico’s

Wees altijd voorzichtig met de gasflessen.

Brandweerman Henk zegt, in de eerste plaats zorg ik ervoor dat de kans op brand minimaal is. Omdat je niet alles kunt voorkomen, is het van belang ook te denken aan het beperken van de eventuele schade als er toch iets mocht gebeuren. Let erop dat de gasflessen altijd rechtop en vaststaand worden vervoerd in een ruimte met voldoende ventilatie. Leg dus nooit een extra fles achter in de campergarage! Als je een gasfles in de personenauto vervoert, zet deze dan vast en vergeet bij de elf kilofles de rode dop niet. We hebben het eens meegemaakt dat de kraan onderweg door het schuren tegen de zitting een beetje was opengedraaid. De rode dop voorkomt dit en sluit dat risico uit.

Gebruik goedgekeurde gasslangen.

Gebruik korte en goedgekeurde gasslangen en kijk of er vervangingsdata op de slangen staan, is niet bedoeld om handel te bevorderen, maar omdat de slangen poreus kunnen worden en dan daadwerkelijk aan vervanging toe zijn. Draai onderweg de gasfles dicht en of monteer een uitstroombeveiliging. Dit om te voorkomen dat de camper bij een aanrijding tegen de zijkant in een enorme fakkel kan veranderen. Gebruik goedgekeurde gasregelaars en vervang deze elke vijf jaar, want de bewegende delen slijten.

Denk aan goede ventilatie.

Zorg bij gebruik van gasflessen voor goede ventilatie. Als we koken in de camper, zetten wij altijd op z’n minst het dakraampje open. Gas heeft namelijk voor de verbranding zuurstof nodig en er komen verbrandingsgassen als CO2 vrij. En wellicht voor de hand liggend, maar daarom niet minder belangrijk: hang de rol keukenpapier en de handdoeken niet vlak bij de kookplaat.

Pas op met stroom.

Vrijwel alle campers hebben 12 volt aan boord en regelmatig ook 230 volt. Zorg ervoor dat de bedrading in orde is en gebruik vooral geen kroonsteentjes om 12v snoertjes te verbinden, maar stekkertjes. Gebruik voor aansluiting aan de stroompaal de blauwe CEE-stekker met een goede neopreenkabel, met RN-aanduiding op de mantel. Voor wie wel eens in Duitsland overnacht: daar is alleen gebruik van de RN kabel officieel toegestaan. Ik gebruik geen haspel, maar leg de kabel altijd los. Is de stroomafname in een niet helemaal afgerolde kabelhaspel te groot, dan ontstaat er een spoel en waar warmte ontstaat en in het ergste geval daardoor brand met alle gevolgen van dien. In de jaren als brandweerman heb ik daarvan helaas genoeg moeten zien. Wie toch een haspel gebruikt, moet even naar het maximaal aantal ampère kijken en uitrekenen of dit voldoende is. En test ook even of de aardlekschakelaar in orde is. Bij het indrukken van de testknop moet de stroom onmiddellijk uitvallen.

Zorg voor een goede rookmelder.

Maar hoe voorzichtig en waakzaam je ook bent, er kan altijd iets gebeuren. Wat nou als er iets gebeurt terwijl je slaapt? Wij hebben een rookmelder in de camper tegen het plafond. Niet te dicht tegen de wand of bij het kooktoestel, want een rookmelder maakt geen onderscheid tussen rook en waterdamp. Koop een melder met een batterij die tien jaar meegaat. Een 9V-batterij gaat namelijk altijd leeg op het moment dat je het niet door hebt, als je camper in de stalling staat. En dan merk je de waarschuwing voor een lege batterij simpelweg niet op. Heb je toch een rookmelder met een 9V-batterij, controleer het ding dan periodiek met de testknop, bijvoorbeeld bij de apk.
Op de hoogte van ons bed hangt een CO-melder. Koolmonoxide komt vrij bij de verbranding van gas, is reukloos en erg gevaarlijk. Als de schoorsteen van de kachel losschiet, of er ergens een lek zit, dan kan de koolmonoxide in de leefruimte komen. Dit gas is zwaarder dan lucht. Het bedwelmt je, met een fors risico dat je nooit meer wakker wordt. Kijk bij de koop van een melder goed naar de aanwijzingen op de verpakking en test ook deze regelmatig.

Haal blusdekens in je camper.

In de buurt van het fornuis heb ik een blusdeken hangen. Niet om de pan met vet te doven, dat doe je met het deksel, maar voor het geval er iets anders met het vuur gebeurt. Bijvoorbeeld als kleding vlam vat. Voor wie voorzorgsmaatregelen wat overdreven vindt: